Volgens Gert Roelofs, onafhankelijk voeradviseur Nutagro en HBO docent melkveevoeding, leent het najaar zich prima om nog extra graskuilen aan te leggen. “Maar na verloop van tijd gaat de smakelijkheid en voederwaarde hard achteruit”, stelt hij. Roelofs legt uit hoe u door toevoeging van de juiste melkzuurbacteriën deze smakelijkheid en voederwaarde toch kunt behouden. Zo kunt u uw najaarskuil nog bijvoeren als eigen en eiwitrijk ruwvoer in het stalrantsoen van de melkkoeien.
Gert Roelofs legt uit:“In het najaar is nog veel stikstofvoorraad in de grond aanwezig en de bodemtemperatuur is prima. Bij genoeg zonlicht heeft het gras ook nog voederwaarde. Ga je snel voeren van zo'n najaars-graskuil, dan valt de smakelijkheid nog mee. Maar na verloop van enkele maanden in de kuil gaat de smakelijkheid hard achteruit.”
“De najaarskuil is vaak vochtig en dan worden de beschikbare suikers snel verbruikt. De pH of zuurtegraad daalt niet snel genoeg. Dan komt de fermentatie niet tot stilstand, zoals u wilt. Verkeerde bacteriën blijven actief en dan gaat al het goede van de graskuil verloren; vooral in de eiwitrijkere graskuil. Jammer, maar op zulke graskuilen kunt u niet goed melken, hoe eiwitrijk ze ook zijn.”
“Door de pH-daling in de kuil snel en efficiënt te laten verlopen. Dat gaat niet vanzelf: daar heb je de juiste melkzuurbacteriën voor nodig. Die bacteriën doen samen - elkaar opvolgend - de pH dalen en maken de graskuil stabiel. Zo krijgen de verkeerde bacteriën veel minder kans. Daar kun je dus op ‘sturen’.”
Door het toevoegen van de juiste en specifieke melkzuurbacteriën worden de kwaliteit van het graseiwit en de fermenteerbare koolhydraten zo veel mogelijk behouden. Ook gaat de smakelijkheid en de voederwaarde dan veel minder snel achteruit. Goed voor de stikstofbenutting – goed voor uw voersaldo!”
Ook Oscar Koppelman van Pioneer vindt dat de snelle pH-daling in de najaars-graskuil van cruciaal belang is. “Najaarsgras bevat vaak meer water. Dat maakt de verzuring lastiger. Nat gras doet er langer over om stabiel te worden. De pH gaat minder snel naar beneden. Daardoor gaat voederwaarde verloren én de kans op boterzuur stijgt. Een snelle conservering is daarom erg belangrijk.”
Om de conservering te versnellen adviseert Pioneer het inkuilmiddel Pioneer® 1188. “Door de aanwezigheid van 6 verschillende stammen melkzuurbacteriën, concentreert 1188 zich volledig op de vorming van melkzuur. Dat zorgt voor een zeer snelle pH-daling, wat ook blijkt uit onderzoek.”
“Door de snelle pH-daling ontstaat er minder ammoniak door eiwitafbraak. Ammoniak heeft een negatief effect op de smakelijkheid van de kuil. Het voer gaat minder fris ruiken. Door deze geur van ammoniak gaat de koe minder voer opnemen. Door gebruik van Pioneer 1188 kunt u dus meer eiwit benutten van uw herfstgras, waardoor bespaard kan worden op krachtvoer.”
“Elke dag dat de kuil nog niet stabiel is, gaat er voederwaarde verloren, en kunnen ook de verkeerde bacterien (zoals boterzuur) zich vermeerderen. Door de droogte kampen sommige bedrijven met een ruwvoertekort, en ook de maisoogst viel niet overal mee. Het is daarom belangrijk om het hoge eiwitgehalte van het herfstgras maximaal te benutten en het voer zo smakelijk mogelijk te houden voor de koeien. Daarvoor moet de pH in de kuil zo snel mogelijk naar beneden”, besluit Koppelman.
Voldoende ruwvoer van goede kwaliteit is de basis van het moderne melkveehouderijbedrijf. Smakelijk ruwvoer op de voergang waar de koeien voldoende van opnemen, betekent al snel een besparing op de aankoop van krachtvoer.
Lees meer over goed inkuilmanagement en hoe en wanneer u inkuilmiddelen kunt inzetten voor een optimale ruwvoerkwaliteit. Ook vertellen enkele veehouders over hun ervaringen met de inkuilmiddelen van Pioneer.