Groeikracht, een adviesorganisatie voor ruwvoerteelt, heeft een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd waarbij verschillende toevoegmiddelen in de maissilage werden getest. Bij dit onderzoek zijn balen gemaakt en is de voederwaarde bepaald een eerste keer bij de oogst en een tweede keer na 300 dagen. De onbehandelde balen hadden na 300 dagen 9% minder zetmeel. De balen behandeld met 11A44 verloren geen zetmeel.
Een hectare mais levert ongeveer 17 ton drogestof x 380 zetmeel= 6500 kg zetmeel.
Dus men behoudt door gebruik van 11A44 6500 x 9%= 600 kilogram zetmeel per hectare!
1 ton maismeel bevat 600 kg aan zetmeel en kost €200. Dit betekent dus een verschil van €200 euro/hectare. 1 hectare maissilage behandelen met 11A44 kost ongeveer €70. Uiteindelijk verdient u dus €130/hectare. De 11A44 van Pioneer liet ook een positief verschil zien t.o.v. verschillende andere toevoegmiddelen. Onderstaande grafiek toont dat de 11A44 van Pioneer meer zetmeel behoudt dan de andere toevoegmiddelen.
Kortom het kan altijd uit om de gehele kuil met 11A44 te behandelen.
Bij broei worden suikers en melkzuur door gisten en schimmels omgezet in koolstofdioxide, water en warmte. Het voer gaat rotten en stinken. Zelfs lichte broei, die u niet kunt zien, is al nadelig.
Wanneer is broei vooral te verwachten?
Ook los voer dat na het uitkuilen is blijven liggen of achter blijft in de voermengwagen is zeer gevoelig voor broei.
Naast een goed kuilmanagement is de inzet van Pioneer broeiremmer 11A44 een zeer effectief middel om de kans op broei en schimmels te verminderen. De 11A44 bestaat uit 100% heterofermen- tatieve bacteriën die per ton kuilvoer 5 tot 8 liter azijnzuur en propionzuur aanmaken en daarmee broei effectief remmen.
Meer weten over de Pioneer inkuilmiddelen ? Download hier de folder Pioneer Silage Inoculanten 2020.