Nog nooit stond de agrarische sector voor zo’n grote uitdaging als vandaag de dag. Jonge boeren die het ouderlijk bedrijf overnemen, moeten belangrijke keuzes maken. Hoe richt je je bouwplan in met het oog op het veranderende klimaat? Welke investeringen ga je doen? En hoe ga je om met de maatschappelijke druk rondom duurzaam telen? Akkerbouwer Leon van de Velde heeft hier echter wel een mening over: “Met duurzaamheid ben ik zeker bezig, maar wel op mijn manier. Voor wat betreft middelenkeuze bijvoorbeeld moet het gewoon technisch goed zijn. Als een middel dan een gunstig milieuprofiel heeft en van natuurlijke oorsprong is dat absoluut een voordeel.”
Leon van de Velde (31) uit het Zeeuwse Kerkwerve is op de dag van het interview druk met het sorteren van pootaardappelen. “Dat is één van de beslissingen die ik al genomen heb. Sinds een paar jaar telen we pootgoed. Door het zoute water kunnen we hier niet beregenen. Dan moet je keuzes maken in je bouwplan. Bij de zaaiuien die we afgelopen jaar teelden moesten we lijdzaam toezien hoe het mislukte toen de droogte insloeg. Daarom stoppen we met zulke teelten en richten we ons op gewassen met een goed wortelgestel die in de zomer beter blijven groeien, zoals pootaardappelen. Die hebben een kort teeltseizoen en mogen niet beregend worden.”
De maatschappelijke druk om als akkerbouwer bezig te zijn met duurzaamheid ziet Leon als een uitdaging. Hij probeert de structuur en waterhuishouding in zijn grond te verbeteren door percelen te egaliseren en gips te strooien. “Ik investeer veel in egalisatie en drainage. Dat heeft mijn vader altijd al gedaan en dat neem ik nu een beetje over. Ook pas ik vaak niet-kerende grondbewerking (NKG) toe, in ieder geval bij aardappels. Voor fijnzadige gewassen moet je wel echt ploegen is mijn ervaring. Als je niet ploegt, is de grond te hard en groeien bijvoorbeeld bieten moeilijker de grond in. Ik hang mijn ploeg dan ook zeker nog niet aan de wilgen. Ik rij niet met een ecoploeg, maar als ik ploeg, dan altijd op 30 centimeter. Daar heb ik goede ervaringen mee.”
“Resistentiemanagement vind ik belangrijk. Ik kies dan ook voor een veilig spuitschema.’’
Leon heeft ook een scherp oog voor het bodemleven. Hij kiest zo veel mogelijk middelen met een lage milieubelasting. “Ik kijk hierbij goed naar de impact op natuurlijke vijanden. Middelen met natuurlijke oorsprong hebben mijn voorkeur, ik laat mij daarover adviseren door mijn teeltbegeleider. In de teelt van wintertarwe hebben we afgelopen jaar het middel Queen toegepast. Een graanfungicide tegen bladziekten zoals roest en septoria. Dat was ook een advies van mijn teeltbegeleider.” Dat Queen een middel is op basis van natuurlijke oorsprong en uit een andere chemische groep, is voor Leon zeker een voordeel. "Resistentiemanagement vind ik belangrijk. Ik kies dan ook voor een veilig spuitschema.’’
Als Leon vooruit blikt op de toekomst, ziet hij een nadrukkelijke rol voor de spuit weggelegd. “Ik geloof wel in spuittechniek en denk zeker dat de spuit in de toekomst blijft. Hier op het eiland zit ik ook in het bestuur van de werktuigenvereniging, waar we bezig zijn met een spotsprayer. De techniek gaat daar straks wel naar toe denk ik. Dan kunnen we met veel minder middel toe voor de onkruidbestrijding. Het is wel belangrijk dat er genoeg effectieve middelen blijven die je ook mag spuiten.” Met deze gedachte worden er op het gebied van schimmelbestrijding ook stappen gemaakt. Een fungicide van natuurlijke oorsprong zoals Queen gebruiken, is hier een goed voorbeeld van. Dat hij geen grip heeft op de regelgeving vindt Leon het lastigst. “Het houdt mij bij sommige dingen tegen om te investeren. Je bent toch bang dat je in iets investeert wat straks niet meer is toegestaan. Wat dat betreft vind ik de toekomst spannend. Duurzaamheid is zeker belangrijk, maar het moet ook allemaal in het plaatje passen.”
Leon van de Velde (31) neemt het bedrijf over van zijn ouders, die oorspronkelijk een boerderij hadden in Nieuwerkerk en later verhuisden naar Kerkwerve. Inmiddels hebben ze op twee boerderijen 100 hectare onder de ploeg. Ze telen poot- en consumptieaardappelen, suikerbieten, vlas, graszaad, wintertarwe, tweedejaars plantuien en veldbonen. Daarnaast runnen ze een paardenpension met 11 paarden en begrazen hun schapen zeven à acht dijken. Leon zit in het bestuur van de werktuigenvereniging en in zijn vrije tijd bij de vrijwillige brandweer.