Op het melkveebedrijf van Eerden, in Aalten (Achterhoek), worden zo’n 110 koeien gehouden met bijbehorend jongvee. De melkkoeien staan in een mooie ruime stal, van zo’n 10 jaar oud, en worden gemolken door 2 robots. Het jongvee is gehuisvest in de oude ligboxenstal.
De melkproductie is momenteel zo’n 11.000 liter, met 4,6% vet en 3,5% eiwit. Er is 62ha grond in gebruik, 43ha gras en 19ha mais.
“Na 3 droge jaren op rij, was afgelopen jaar een goed groeiseizoen. Maar door de natte omstandigheden, werd de 1e snede pas in juni ingekuild. Dit is in de 35 jaar dat ik boer ben, nog nooit gebeurd”, aldus Wim van Eerden.
Het rantsoen op het melkveebedrijf bestaat uit (kg product):
Hiernaast wordt in de voermengwagen nog wat extra eiwitaanvulling verstrekt.
Van Eerden: “Op advies van mijn voeradviseur, heb ik afgelopen jaar voor een DENT-maisras van Pioneer gekozen. De zetmeelverteerbaarheid van dit type is duidelijk beter dan de zgn. FLINT-rassen. In het verleden kwam ik in de eerste maanden na het voeren van de nieuwe maiskuil, maispitten tegen in de mest. Met het DENT-ras dat ik nu voer, heb ik hier geen problemen meer mee. Een klein deel van de mais (1ha) is afgelopen jaar iets eerder gehakseld, en deze heb ik meteen gevoerd. Zelfs toen vonden we geen maispitten in de mest.”
Pioneer-adviseur Oscar Koppelman legt uit: “De Dent-maiskorrel is zachter dan de Flint-korrel. Bij Flint- mais is het zetmeel omgeven door een dikke, glazige korrelhuid. Bij Dent-mais is het zetmeel nauwelijks omgeven door die harde korrelhuid.”
Bovendien is het gehalte aan prolamine in een Dent-maiskorrel lager dan in een Flint-korrel. Koppelman:”Prolamine is een plantaardig eiwit en doet de zetmeeldeeltjes aan elkaar kleven. Daardoor worden die moeilijker losgeweekt door enzymen en bacteriën in de pens van de koe. Gevolg : korrelresten in de mest bij Flint-mais en dus ook zetmeelverlies.”
Melkveehouder Van Eerden:“Het afgelopen jaar hebben we aan snijmais een kleine 20 ton ds/ha geoogst, met 38% ds, 1020 VEM en 376 gram zetmeel. De mais staat op mooie hoge esgrond. Als hier regelmatig wat regen valt, kunnen we hier prima mais verbouwen. Ik vraag mijn loonwerker om de mais wat dunner te zaaien, op zo’n 85.000 zaden per ha. Het lagere aantal planten wordt gecompenseerd door een dikkere kolf, waar we de mais uiteindelijk voor telen. Hier wordt de meeste voederwaarde uit gehaald.”
Afhankelijk van het groeiseizoen, besluit van Eerden om eventueel een deel van de mais als MaisKolvenSchroot (MKS) te oogsten. “Dit jaar hebben we zo’n 12 ha snijmais geoogst, en de resterende 7 ha als MKS. Een mooi product, waarmee ik op krachtvoerkosten kan besparen: 60% ds, 1170 VEM en 610 gram zetmeel.”
Meer en meer veehouders vinden de weg naar MKS. Ook in 2021 werd meer mais geoogst als MKS. Dit kan verklaard worden door de goede snijmaisopbrengsten en hoge krachtvoerprijzen. Oscar Koppelman (Pioneer): “Bij MKS wordt de kolf uit de plant geplukt en samen met de schutbladeren geoogst. Voordeel van MKS t.o.v. van CCM voor rundveehouders is dat MKS iets rustiger verteerbaar is. Door het voeren van MKS kan men over het algemeen ook meer graskuil in de koe krijgen. Dit komt door de hogere energieconcentratie in de producten. Bovendien blijft de plant achter op het land, wat zorgt voor veel organische stof.”
“Met name bij MKS is het belangrijk dat de rassen landbouwkundig sterk zijn. De mais blijft immers langer op het veld staan. Dent-maisrassen zijn zeer geschikt voor oogst als MKS: de Dent-korrels kunnen makkelijker verkleind worden, waardoor deze ook makkelijker verteerd kunnen worden bij koeien.”
In het Overijsselse Rijssen heeft Pioneer een eigen MKS-maisproefveld liggen. De gezaaide maisrassen worden hier als MKS geoogst om zo specifiek de opbrengst en voederwaarde te bepalen.